Als stads- en landschapsfotograaf ofwel buitenfotograaf, ben je voortdurend bezig met het weer. Gaat het regenenen, hoe is de bewolking, hoe laat gaat de zon op en wanneer weer onder, wat zijn de prognoses? En inmiddels heb ik ook wel geleerd dat je je door slecht weer niet moet laten afschrikken. Het afgelopen weekend had ik geheel aan mijzelf en ik had me voorgenomen er alles uit te halen qua tijd om te fotograferen. Vroeg opstaan voor het vastleggen van de zonsopkomst ergens in de polder tot en met het fotograferen in de stad tijdens het blauwe uurtje. De plannen bleven beperkt tot een middag waarin we het godzijdank een paar uur droog hielden. De rest van de tijd kwam het met bakken uit de lucht alsof het het tekort aan regenwater van de afgelopen tijd in één dag wilde compenseren. De prachtige wolkenluchten en de kans op flinke buien deden me beslissen in de buurt te blijven en het Muiderslot te bezoeken. Deze stond nog op mijn ‘lijstje’ en mocht het losbreken dan kon ik het kasteel in vluchten. Het is er jammer genoeg niet toegestaan een statief te gebruiken, ik gebruik namelijk nogal graag langere sluitertijden voor dynamiek in de lucht of om mensen uit beeld te laten ‘verdwijnen’. Achteraf heb ik deze niet echt nodig gehad, de wolken zijn goed zoals ze zijn en met wat geduld vond ik vanzelf een moment waarbij een ieder uit mijn zoeker was verdwenen. Ik had het in geen jaren een bezoek gebracht en in mijn herinnering was de oppervlakte van vooral de tuinen eromheen veel groter dan wat bleek.
Een stukje geschiedenis. Het kasteel is een waterburcht en werd rond 1280 gebouwd door graaf Floris V. Anders wordt beweerd dat het kasteel er al stond en graaf Floris het slechts heeft gekocht. In 1280 stichtte hij in ieder geval het plaatsje Muiden. In 1296 werd hij tijdens een valkenjacht gevangen genomen en vastgezet in het kasteel door de edellieden Gijsbrecht IV van Amstel en Herman van Woerden. Bij een ontsnappingspoging werd Floris door 22 messteken om het leven gebracht door Gerard van Velsen. Het kasteel raakte verwoest en is rond 1370 op dezelfde plaats met dezelfde plattegrond weer opgebouwd door graaf Albrecht van Beieren. In 1577 (tijdens de 80-jarige oorlog) werd het slot ingenomen door Willem van Oranje. In de 17e eeuw werd het kasteel bewoond door P.C. Hooft die het als een soort vakantieoord ter beschikking stelde aan zijn vrienden zoals o.a. Vondel, Constantijn Huygens, Vossius, Roemer Visscher. Na de dood van Hooft raakte het kasteel in verval, vanaf 1795 werd het slot niet meer bewoond. In 1825 werd het ter sloop te koop aangeboden, maar na vele oproepen aan koning Willem I werd de verkoop verhinderd. Het Ministerie van Oorlog gebruikte het destijds als opslagplaats en droeg het over aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Pas in 1895 is begonnen met de restauratie olv Pierre Cuypers, de tweede restauratie vond plaats vanaf 1956. Het laatste herstel vond plaats in 1999 en dient als Rijksmuseum. Om het kasteel liggen kruiden- en moestuinen en is een pruimenboomgaard geplant.